Tijdens een bijeenkomst op donderdag 24 september gaven Vermilion, het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK), Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) en TNO informatie aan omwonenden over een aanpassing (een zogenaamde actualisatie) van het winningsplan voor gaswinning in Vinkega. De verwachte maximale bodemdaling door de gaswinning in Vinkega blijft gelijk, maar de bodemdalingskom heeft een iets andere vorm, omdat bij het naastgelegen Nijensleek iets meer bodemdaling is. Verder blijft alles zoals het was, inclusief de hoeveelheid aardgas we hier produceren voor Nederlandse huishoudens en bedrijven.
Om aardgas te mogen produceren zijn verschillende vergunningen nodig. Een daarvan is een zogenaamd winningsplan. Dat is een uitgebreid document waarin precies staat beschreven hoeveel aardgas er op een locatie wordt gewonnen en hoe lang. Ook staat hierin wat de verwachte maximale bodemdaling is. Dit wordt van tevoren nauwkeurig berekend maar daarna natuurlijk ook continu gemeten. Bij het gasveld Vinkega wezen metingen in 2017 uit dat de bodemdaling hetzelfde was, maar dat het gebied (de contouren) waarin dat plaatsvindt anders loopt dan eerst berekend. Hierop is een aanpassing (een actualisatie) van het winningsplan ingediend bij het ministerie van EZK. In afwachting van de goedkeuring van de aanpassing is er geen gas gewonnen uit het gasveld Vinkega. Het ontwerp instemmingsbesluit is inmiddels gepubliceerd voor het aangepaste winningsplan, en dat werd op 24 september dus toegelicht aan omwonenden.
Hoe werkt bodemdaling door gaswinning?
Aardgas zit op meer dan 2 kilometer diepte onder druk in een poreuze gesteentelaag, zoals zandsteen- of kalksteen. Bij gaswinning laat men het gas ontsnappen door een put, waardoor de druk in het reservoir daalt. Het gevolg daarvan is dat het gesteente een klein beetje inzakt als gevolg van het gewicht van de bovenliggende aardlagen. Dat noemen we compactie. Als dit gebeurt, zakken ook de lagen erboven een beetje. Bij dat dalingsproces verdeelt het volume van de compactie zich, zodat aan de oppervlakte een hele geleidelijke bodemdalingskom ontstaat. Deze komvorming vindt plaats over een groot gebied en het gebeurt heel geleidelijk, over tientallen jaren.
Hoeveel daalt de bodem bij Vinkega en wat betekent dat?
De uiteindelijke bodemdaling van het diepste punt van een kom is meestal enkele centimeters. In het geval van Vinkega blijft het 4,5 cm centimeter. Omdat de bodemdalingskom iets anders loopt komt de bodemdaling bij Nijensleek uiteindelijk op 5 centimeter, dat is iets meer dan eerder gedacht. Omdat de oppervlakte van de kom zo groot is en zeer geleidelijk verloopt, komt dit in de praktijk neer op een hoogteverschil van 1 millimeter per strekkende 100 meter. Dit komt van de ene naar de andere kant van een woning neer op een hoogteverschil van 0,1 millimeter (de dikte van een vel papier). Voor gebouwen of infrastructuur heeft dit daarom geen gevolgen.
(Bron: TNO)